KOPP’ staat voor ‘Kinderen van Ouders met Psychische Problemen.’ Onlangs ben ik een project gestart over KOPP kinderen. Het onderzoek heet ‘KOPPeling’ en gaat over het opbouwen van een sociaal netwerk rondom KOPP kinderen.

Elke zesde kind

Elk zesde kind in Nederland is een KOPP: een kind van ouders met psychische problemen. Wanneer een zieke ouder moeite heeft met het vervullen van ouderlijke taken, komt het voor dat KOPP deze taken overnemen. Hierdoor houden zij minder tijd over voor eigen activiteiten. Het hebben van voldoende vrije tijd voor kinderen is belangrijk voor hun ontwikkeling en het voorkómen van psychische klachten in hun latere leven.

 

Goed sociaal netwerk

Een sterk sociaal netwerk bestaande uit familieleden, vrienden, buren, leerkrachten en maatschappelijk werkers kan een KOPP ondersteunen door taken over te nemen. Hierdoor heeft het KOPP meer tijd voor andere activiteiten. KOPPeling is een interventie waarbij het sociale netwerk wordt ingezet om het gezin en in het bijzonder het KOPP te ondersteunen.

 

Film Nikki

Om ons als projectgroep voor te bereiden op het project en het onderwerp hebben we gezamenlijk de film ‘NIKKI’ gekeken. Nikki is een documentaire van Monique Nolte uit 2022. De film gaat over de slimme en getalenteerde Nikki en haar moeder Karin, die een borderline persoonlijkheidsstoornis heeft. Haar vader is door een scheiding uit beeld geraakt en ze mist haar vader heel erg. Ze voelt zich in de steek gelaten door haar vader en verantwoordelijk om voor haar moeder te zorgen.

Een aantal zaken vielen mij op:

 

Sterke band tussen moeder en kind

Wat mij opviel is dat moeder en dochter een sterke band hadden. Zo hecht dat het niet meer gezond is. Nikki is naast school veel thuis. Ze heeft geen vriendinnen waar ze buiten schooltijd mee omgaat en is er altijd voor haar moeder. Ze doet huishoudelijke taken en probeert haar moeder gelukkig te maken. Zeker als ze wat ouder wordt zou de band iets minder hecht moeten zijn. Een puber moet zijn eigen leven gaan lijden en dus een natuurlijke afstand nemen van haar ouders. Je ziet bij Nikki dat de band erg intensief blijft. Ze komt niet los van thuis.

 

Veel zorgen voor een kind

Over de gehele film vond ik vooral dat Nikki erg veel zorgen had en op zo’n jonge leeftijd al. Ze maakt zich druk om zaken die helemaal niet voor haar bedoeld zijn. Ze kijkt of haar moeder wel uit bed komt ’s ochtends en eet alleen haar ontbijt, terwijl moeder nog in bed ligt. ‘Als alles maar soepel verloopt dan voelt mama zich ook wel beter,’ maar zo is het helaas niet in de praktijk. Ze doet zoveel voor thuis dat haar schoolprestaties achteruit gaan. Waardoor haar eigen niveau er niet uitkomt. Ze wil voor haar moeder zorgen. En gaat niet met leeftijdgenoten om.

 

Kind wil haar moeder blij maken

Nikki doet er alles aan om haar moeder gelukkig te maken. Maar niets helpt tegen de psychische klachten van haar moeder. Het kind cijfert zichzelf weg. Terwijl een puber juist ruimte opeist, neemt Nikkie zelf zo weinig mogelijk ruimte in. Ze cijfert zichzelf weg en wil geen problemen veroorzaken. Ze komt niet goed tot ontwikkeling en ontwikkeld zelf ook psychische problemen.

Al met al een heftige confronterende film en veel herkenning voor mij.

 

Het project DOEN

Voor het andere project, dat ook over KOPP en ouderschap gaat, heb ik de eerste leernetwerkbijeenkomst gehad. Ik kwam binnen met een andere vrouwelijke deelneemster. Zijn blijkt ook ervaringsdeskundige te zijn maar dan van een gehele andere kant. Zij is een echt KOPP kind en ik ben blij haar te ontmoeten. Dat tref ik niet vaak in mijn werk.

 

Openheid

In het voorstelrondje spreekt ze erg open over haar ervaringen als KOPP kind. Ze heeft veel meegemaakt in haar gezin en probeert nu andere mensen daarbij te helpen. Zij worstelt nog dagelijks met de gevolgen van de aandoening van haar ouders. Ik vind het zo mooi om eindelijk een keertje een echt ander KOPP kind te leren kennen. Ik heb haar gevraagd een stukje voor mijn blog te schrijven. Wie weet gaat ze dat nog doen.

 

Blinde vlek

Ze vroeg in onze mailwisseling wat mijn hobbels waren om de stap naar de hulpverlening (voor mijn kinderen) te zetten. Nou als eerste is dat de blinde vlek die je zelf hebt. Je groeit zo in het ziekteproces dat je niet door hebt hoe slecht het met je gaat en dus ook met de kinderen. Ik vergat ze eten te geven en aandacht voor hen was er al helemaal niet meer. Ik zei zelfs niets als ze uit school kwamen. Ik zat als een zombie voor de verwarming, omdat ik niet meer warm kon worden, omdat ik niet meer at.

 

Jullie redden je wel

De tweede hobbel toen ik hulp zocht voor de kinderen was dat die hulp er gewoon niet was bij de organisatie waar ik in behandeling was. Bij een externe organisatie, waar ik later toch naartoe ben gegaan, waren ze onder de indruk van onze positieve verschijning en we zijn weer met onze goede bedoelingen naar huis gestuurd.

’Julie redden je wel,’ luidde het advies.

En die gezonde partner maakte de hulpvraag niet gemakkelijker, want de hulpverleners dachten dat wij het samen wel konden redden. Ze waren onder de indruk van ons huis en ons huishouden en ons opleidingsniveau…

‘Een mooi huis en leuke, gezonde man. Jullie houden de boel wel draaiende.’

 

Serieuze klachten

Maar ze vergeten dat die gezonde man een full-time baan heeft en dat ik een hele dag zorgen voor de kinderen niet volhield. En dat ze ook al behoorlijk beschadigd waren door de eerdere jaren van hardnekkige depressie en psychose van mij. Mijn kinderen hebben mij niet anders gekend dan psychotisch, manisch of depressief. We hebben ons vaak niet kunnen redden. Mijn dochter heeft nu zelf ernstige psychische klachten ontwikkeld, waarvan ze nu erg schrikken.

‘Dat voor een meisje van 12….. ‘

Ja, dat roep ik al jaren!

 

Hopelijk wil mijn collega, KOPP, nog een stukje schrijven voor dit blog.