Het is al weer twee jaar geleden dat ik opgenomen werd in het ziekenhuis

Ik was ernstig depressief en kon niet meer voor mijzelf zorgen. Ik zat als een dood muisje voor de verwarming, omdat ik niet meer warm kon worden, doordat ik niet meer at. Ik voelde niets meer en dus ook geen hongergevoel.

‘Ik was bijna op…’

Gelukkig vond mijn psychiater ook dat ik even een weekje moest uitrusten. Maar dat weekje werd een maand en uiteindelijk vijf maanden. ‘Hoe kun je een moeder nou uit een gezin halen?’ hoorde ik vaak. Nou ik zou zeggen: ‘Hoe kun je een zieke moeder zolang voor haar kinderen laten zorgen?’ Gelukkig kon ik in een klein kamertje van de Afdeling Psychosen bijkomen van een hele zware tijd. Ik mocht eindeloos Mandala’s kleuren en schrijven in mijn dagboek. Het fijne van de opname was dat ik even helemaal niets hoefde te doen en te zeggen. Aan de eettafel werd een lange stilte geaccepteerd en hoefde ik even niet te doen alsof. Ik had mij teveel en te lang gegeven. Nu was het tijd voor mijzelf. De verpleegkundigen van de afdeling zagen dat gelukkig wel goed.

Zwaar depressief, psychotisch en suïcidaal

Ik werd later opgenomen op de Afdeling Depressie waar ik een ETC behandeling zou krijgen. Mijn laatste redmiddel, zo werd gezegd, maar het kon mij allemaal niks meer schelen. Ik had toch geen toekomst meer. Maar de ECT behandeling heeft mijn algehele toestand gereset. Na 14 behandelingen met elektroshocks was ik de kluts kwijt, maar ook mijn depressieve gedachten. Ik was even niemand meer. De weg naar mijn kamer in het UCP was ik kwijt en ik wist niet meer wat ik daar op de afdeling deed. ‘Ben ik depressief? ‘vroeg ik mij af. Ik wilde naar huis om bekende mensen te zien, de ankerpunten in mijn leven. Mijn depressietest toonde dat ik niet meer ernstig depressief was dus ik mocht naar huis. Maar daar zaten twee lieve kinderen op de bank te wachten op hun mama. Mama? Wat betekende dat? Ik moest mijn kinderen weer ophalen van school. Maar waar is de school? En waar zitten mijn kinderen? Wie waren die mensen op dat schoolplein? Ik kende niemand meer. Wat wisten ze van mij? Ze vroegen mij hoe het ging. Maar wat is er dan gebeurd? Wie ben ik en wat doe ik hier…?

Ik heb weer opnieuw moeten leren lopen, praten en denken

Alles. Ik was als ‘herboren’. En nu moesten mijn hersenen weer nieuwe verbindingen leggen. ‘Ga alleen maar leuke dingen doen’, zei mijn zus. Dat vond ik raar maar ze had wel gelijk. Door het doen van leuke dingen kreeg ik weer een beetje zelfvertrouwen. Ik ben gaan boetseren in het Kunstencentrum, want dat vond ik op de afdeling ook leuk en dat ging mij goed af. Ik deed iets zelfstandig. De eerste stap naar de nieuwe Suzan! Ook ben ik vrij snel weer aan het werk gegaan in het UMCG. Ik zat in een onderzoeksnetwerk voor Psychotische Stoornissen, maar wie waren al die mensen om mij heen? Ik moest iedereen opnieuw leren kennen. Beetje vreemd was dat, maar zij wisten als onderzoekers en psychiaters als geen ander welke behandeling ik had gehad en wat de bijwerkingen daarvan zijn. Door mijn leven zo weer op te pakken heb ik structuur gecreëerd en kon ik de draad weer oppakken.

‘Ik ga met vallen en opstaan vooruit’

Ook was ik veel vergeten. Bijvoorbeeld hoe het voor de opname tussen mij en mijn vriend ging en dat is maar goed ook. Wij hebben ook een tweede kans gekregen. En dat heeft zich goed uitgepakt. We hebben meer begrip voor elkaar.

Nu ben ik twee jaar verder en heb ik mijn leven al weer mooi op de rit

We hebben een nieuw huis waar ik erg gelukkig ben, mijn man en kinderen staan nog steeds naast mij en ik heb mijn dagbesteding waar ik veel voldoening uit haal. Ik doe wat ik echt leuk vind; namelijk mensen helpen op basis van mijn ervaringen, netwerken, mensen verbinden en schrijven. Ik laat zien wie ik echt ben en dat mag iedereen weten. Nee, de oude Suzan komt niet meer terug. De nieuwe Suzan is een verbeterde versie van de oude. Zo zie ik dat. Met veel potentie, mogelijkheden en kansen.

‘Het gaat eigenlijk heel erg goed met mij en dat mag ook eens gezegd worden’