Jarenlang heb ik geworsteld met mijn psychiatrische aandoening. De eerste jaren toen ik ziek werd in mijn pubertijd wist ik niet wat ik had en was ik er dus ook niet open over. De afgelopen zeven jaar ben ik na twee zware bevallingen weer ziek geworden en alleen mijn beste vrienden en familie weten wat er met mij aan de hand is. Ik ben er nog steeds niet open over tegen de buitenwereld. Tot nu toe.

Suzan ‘jij bent zo open over jou ziekte’

 

Op de afdeling waar ik vijf maanden opgenomen ben vorig jaar zomer, zeiden mijn lotgenoten dat ik zo ‘open’ ben over mijn ziekte, maar op Facebook, Instagram en LinkedIn stond ik nog lang bekend als de hoogopgeleide doctorandus ingenieur met een goede baan als hydroloog en niet als de moeder van twee kinderen met een schizoaffectieve stoornis.

 

Ik kan goed praten over mijn ziekte

 

Inmiddels na zeven jaar thuis te zijn van mijn werk en inmiddels ‘duurzaam afgekeurd’ weet ik wat mijn diagnose is en kan ik er openlijk over praten, met hulpverleners en vrienden. Mijn familie heeft er nog wel lang moeite mee gehad. Mijn ouders hebben lange tijd gehoopt dat mijn ‘overspannenheid’ wel over zou gaan. Ze lazen er veel over in de krant, zeiden ze. “Het komt veel voor”, aldus mijn moeder. Mijn ouders vinden het nog erg moeilijk om te accepteren dat ik een psychiatrische aandoening heb en dat ik voor altijd kwetsbaar blijf voor depressies en psychoses. Maar nu na zeven jaar en een opname van vijf maanden en een intensieve elektroconvulsietherapie (ECT) dringt het nu langzaam tot ze door.

 

“Ze zijn wel erg bang voor mijn carrière en mijn toekomst als ik het ‘bekend’ maak.”

Toch wil ik vertellen wie ik ben

 

Ik krijg steeds meer de behoefte om meer mensen van mijn ‘avontuur in de psychiatrie’ te vertellen. Alsof ik iets speciaals heb meegemaakt, dat ik graag wil vertellen. Als je een psychose hebt, spreek je over positieve en negatieve symptomen. De positieve symptomen krijg je erbij, zoals hallucinaties. Dat klinkt als een soort cadeautje. Het is iets speciaals wat anderen niet hebben (dat wil je ook niet). Maar je hebt ook negatieve symptomen, zoals depressieve gedachten. Dingen die je kwijtraakt.

 

 

Ben ik speciaal?

Ik wil toch graag dat de mensen uit mijn omgeving en mijn ‘vrienden’ op Facebook weten dat ik een psychiatrische aandoening heb. Nu loop ik als mama op school en denken de andere ouders dat ik nog die ambitieuze werkende moeder ben, terwijl ik al zeven jaar thuis ben. Maar met nog wel heel veel ambities, maar dan op een ander vlak.

 

Het is zover: ik maak een einde aan het taboe

 

Ik vind het niet erg dat andere mensen het weten. Ik ga ook een boek, autobiografisch, onder mijn eigen naam schrijven. Ik heb niks meer te verbergen. Alleen wil ik mijn ouders niet in de problemen brengen. Maar goed ze kunnen ook achter mij staan en accepteren wie ik ben.

 

Ik kan nog heel veel

 

Ook met mijn psychiatrische aandoening kan ik nog heel erg veel. Er is een lijntje doorgeknipt, naar mijn ‘oude baan’, maar er zijn veel lijntjes voor terug gekomen. Zo ben ik mijn eigen autobiografie gaan schrijven, heb ik foto’s gemaakt van mijn opname in de kliniek, ga ik misschien weer een opleiding volgen als ervaringsdeskundige in de GGZ, ben ik werkzaam in een onderzoeksnetwerk voor psychotische stoornissen, werk ik mee aan een onderzoek aan de Rijks Universiteit Groningen naar ‘financiële fitheid tijdens een psychose’ en organiseer ik een GGZ-herstelvakantie voor patiënten in de psychiatrie. Een nieuw leven lijkt het.

 

En zo komt er steeds meer op mijn pad

Ik heb weer plannen voor de toekomst. Ik wil mijn boek publiceren, mijn foto’s van de opname wil ik exposeren of uitbrengen of laten zien aan hulpverleners, ik schrijf blogs op een zelfgemaakte website met herstelverhalen, ik wil de opleiding volgen en stage gaan lopen in de psychiatrie en nog veel meer. Ik snap dat mijn ouders dit allemaal niet zien zitten, omdat ze bang zijn dat ik ‘blijf hangen in de psychiatrie’, maar ik zie het als een kans en een nieuwe wereld, die erg bij mij past op dit moment.

 

Wie had dat ooit gedacht

 

Ik had nooit gedacht dat ik van iets negatiefs iets positiefs zou kunnen maken. Een psychose en depressie is het toppunt van eenzaamheid en nu gebruik ik mijn ervaringen om andere mensen te helpen. Andere patiënten helpen om ook weer in je kracht te komen en gehoor te geven aan je innerlijke. Je bent niet alleen en je bent zelfs bijzonder met wat je hebt meegemaakt. Onderzoekers in de psychiatrie en psychiaters vragen nu met veel belangstelling naar mijn ervaringen. Ik ben weer bijzonder en kan weer mensen helpen. Ik kruip uit mijn schulp.

“Van alleen naar iedereen. Samen met Lolo mijn lieve kater. Mijn steun en toeverlaat.”