Na een lang behandeltraject met een reeks medicijnen, die niet aanslaan of vervelende bijwerkingen hebben, ben ik toch opgenomen op de afdeling Psychosen. Ik heb psychotische verschijnselen en mijn depressie is zeer ernstig. Ik vind niets leuk meer, eet en drink nauwelijks en ben in een suïcidale en hallucinerende staat.
De ECT-arts vraagt nog: “Ben je depressief, wat heb je?”
Ik zie er zeker weer te goed uit voor een depressief persoon dus wijs hem op mijn medische dossier. Als ik begin te huilen en mijn vriendin vertelt hoe ik mij echt voel concludeert hij al snel dat we een elektroconvulsietherapie (ECT) gaan doen en dat ik naar de afdeling Depressie kom.
Ik sta ingeschreven voor opname op de afdeling Depressie. Het plan is dat ik twee keer per week, in totaal 14 keer word behandeld met elektroshocks. Het is de beste behandelmethode bij de afdeling Depressie, begrijp ik hier; 50% kans op herstel door ECT en 3% kans op blijvend geheugenverlies.
Onbestemd gevoel
Ik heb het zwaar, ECT is niet niks, maar depressief en psychotisch is helemaal niet goed voor een mens heeft mijn psychiater ooit eens tegen mijn vriend gezegd. Alle medicatie heb ik afgebouwd en de ECT komt dichterbij. Ik heb een raar onbestemd gevoel en ben de hele dag zenuwachtig. ECT is net zo zwaar als een operatie: je gaat onder algehele narcose en krijgt een gesimuleerde epileptische aanval. Ik zit op een moeilijk punt nu, maar ik heb geen keus. Mijn emoties gaan heen en weer.
Pre-screening
Vandaag heb ik de pre-screening bij Anesthesie in het ziekenhuis. Eerst wegen en meten, daarna een hartfilmpje en een gesprek met de arts. Ik sta na een half uur weer buiten. Zenuwachtig loop ik weer terug naar mijn kamertje in het Universitair Centrum Psychiatrie (UCP). Mijn collega van het netwerk psychotische stoornissen is erg positief over haar ervaring met ECT, dat moet ik in gedachten houden. ‘Het komt goed’, zegt zij.
Heftig
Midden in de nacht word ik van schrik wakker. Heb ik gegeten? Ik moet nuchter blijven voor de ECT. Voordat ik vertrek neem ik op verzoek twee paracetamol, tegen eventuele hoofdpijn. Mijn man komt me ophalen. We wachten in de hal van het UCP op het witte busje, samen met vier andere patiënten. We worden naar het UMCG gebracht en begeleid door een verpleegkundige. Ze is de hele tijd bij ons en beantwoord al onze vragen. Fijn! Daar aangekomen wordt ons bed aangewezen, in de speciaal voor ons gereserveerde ruimte, en kan ik me omkleden in de blauwe ziekenhuispyjama. Ik blijk allergisch voor die ziekenhuispyjama. Ik krijg overal rode vlekken. Het infuus wordt geplaatst, gevolgd door het aanbrengen van ‘stickers’ (sensoren voor de ECT) op mijn buik en hoofd. Op de Operatie Kamer spuiten ze een pijnlijke vloeistof in het infuus en daarna plaatsen ze een zuurstofkapje op mijn gezicht en dienen ze het slaapmiddel toe. Ik val in slaap.
Huilen
Na de sessie word ik huilend en gedesoriënteerd wakker op de verkoeverkamer. Ik raak in paniek, maar gelukkig staat mijn man voor mij. Als het na een tijdje beter gaat word ik op m’n bed terug gereden naar de ruimte waar mijn kleren liggen. Daar moet ik wat eten en drinken, om te laten zien dat ik niet misselijk ben, en dan kunnen m’n kleren weer aan. Mijn man en ik worden opgehaald in een trolley, om vervolgens terug te rijden naar de afdeling van het UCP. Op de afdeling slaap ik anderhalf uur en neem ik een douche. Ik heb een hoofdpijn en spierpijn in mijn linker kuit. Voel me weeïg en heb geen zin in kibbeling, die op het menu staat.
De volgende ECT roept onze begeleidster:
‘Mevrouw Vos, u mag op het eerste bed’
Pilletje
Dat is gunstig, want dan ben ik als eerste aan de beurt. Ik word daarna direct naar de O.K. gebracht en het infuus word geplaatst. De verdovende vloeistof wordt toegediend en val ik in een diepe slaap. Ik heb een kalmerend pilletje gekregen, dus ik wordt rustiger wakker en mag al snel naar de uitslaapkamer. Daar eet en drink ik wat, doe mijn kleren weer aan en dan worden we weer teruggebracht naar de afdeling. Om 10:00 uur ga ik al weer richting de arbeidstherapie in het UCP. De patiënten van mijn afdeling verbazen zich;
‘Ben je zo snel weer terug?’
Weer ECT: omkleden, stickers plakken en rollen in het bed naar de O.K. Daar aangekomen heb ik weer een heel nieuw behandelteam. “Moeilijk te prikken?, vraagt de anesthesist.
“Ja!”, antwoord ik.
Ik heb veel blauwe plekken van het infuus (mis)prikken.
“Eerst een warme deken dan maar,” zegt ze.
Het daadwerkelijke infuus prikken gaat nu goed. Dan een zoutoplossing erdoor en daarna het verdovende middel. Terug op de afdeling komen ze op mijn kamer en vertellen dat ik nu al drie keer bij de verpleging ben geweest om te vragen of ik alleen weg mag naar stad.
“NEE, dat mag niet na de ECT.”
“Heb je last van geheugenverlies?” vragen ze aan mij.
Mis mijn kinderen
Ik ben dit keer bilateraal ‘geshockt’ (aan beide zijden), omdat de vorige shocks niet optimaal waren. Nadat ik bijgekomen ben gaat mijn man weer weg, zijn werk gaat door, het leven gaat door. Ik mis mijn kinderen en mijn man. Ik doe nog even een dutje met het infuus in mijn arm. Boterhammetje eten, drinken en dan naar de afdeling terug. Zo gaan de ECT’s en de weken voorbij…
We zijn blij verrast door de score van de depressietest. Een dag na de zevende ECT heb ik een gesprek met de arts-assistent. Ik scoor nu 44 in plaats van 78 op de depressietest. Dat is een grote verbetering. Voel ik me al iets beter? Ja. Ik heb meer zin om dingen te doen en zelfs zin om naar huis te gaan. Ik vind het niet alleen maar meer leuk om te kleuren op mijn kamertje. Ik ben zeker vooruit gegaan.
Narcose heerlijk
Het gevoel van wegzakken door de narcose is heel erg fijn. De volgende ECT kijk ik uit naar het ‘in slaap vallen’. Een zwaar gevoel in nek en hoofd en weg ben ik… een verslavend gevoel. Na al die behandelingen ben ik de kluts wel helemaal kwijt. Ik weet niet meer waar ik ben en wat ik hier doe in het ziekenhuis. Depressie…?? Ziekenhuis…?? Waarom…?? Terug op de afdeling ben ik nog steeds de kluts kwijt. Ik kan mijn kamer zelfs niet meer terugvinden.
Het gaat beter
Ze zeggen allemaal dat het veel beter met me gaat. Na 14 behandelingen heb ik sterk het gevoel dat ik naar huis toe wil. Ik wil graag in mijn vertrouwde omgeving zijn. De depressie is verminderd en ik heb geen psychotische klachten meer. Mijn geheugenklachten zijn toegenomen, dus ik mag mijn behandeling niet afmaken. Maar mijn depressietest is goed genoeg om naar huis te mogen.
In huis merk ik dat ECT de depressie en de psychose, maar ook mijn geheugen heeft gewist en dat het hersteltraject hier begint.
“Ik heb het gevoel dat ik weer opnieuw moet leren lopen. Maar dat lukt steeds beter.”