Wat een mooie dag had moeten worden werd een hele zwarte dag. Ik zou bevallen van mijn prachtige dochter. Twee weken voor de uitgerekende datum zou ze gehaald worden, omdat mijn vorige bevalling te zwaar was en deze baby ook groot bleek te zijn. Maar nu werd het nog erger als de vorige bevalling.

Het was zover

 

 

Op 8 juni 2010 liepen mijn man en ik vol verwachting met de maxi-cosi aan onze arm naar de auto om naar het ziekenhuis te rijden. Daar zouden mijn weeën opgewekt worden. Twee weken voor de uitgerekende datum, omdat mijn beide baby’s erg groot bleken te zijn. Niets vermoedend en positief gingen wij deze uitdaging aan.

‘Het kan toch niet weer misgaan, dachten we.’

De vorige bevalling van mijn zoon liep uit op een drama. Na een dag weeën opvangen en twee foute ruggenprikken werd de baby toch gehaald en bleek het bleek een jongen van 10 pond te zijn. Na de keizersnede is mijn baarmoeder niet goed gesloten en ben ik door de algehele narcose bijna dood gebloed op de uitslaapkamer. Drie liter bloed ben ik verloren. Maar nu werd de baby gehaald dus dat moest goed komen. Ik werd in ieder geval goed in de gaten gehouden.

Na weer een dag weeën opvangen en twee goede ruggenprikken veder moest de baby toch ook weer gehaald worden. Het zou een keizersnede worden, maar nu op basis van een ruggenprik. Dat verliep dit keer allemaal goed. De prik werd goed gezet en de baby werd even later op mijn buik gelegd. Perfect leek het. Puur geluk.

Maar tijdens het uitslapen op de verkoefkamer werd ik overvallen door een helse pijn. Ik kreeg morfine en de artsen probeerden te zoeken naar de oorzaak. Ook mijn bloedwaarde ging naar beneden. Het duidde op een bloeding maar die kon niet gevonden worden. Na verloop van tijd werd ik naar mijn kraamkamer gebracht en moest ik uitrusten van de bevalling. De volgende dag werd ik blij wakker met mijn dochter naast mijn bed in zo’n doorzichtig bedje. Maar ik hoorde muziek uit de muren van het ziekenhuis komen.

‘Wil iemand die radio uitdoen?’

Toen mijn man aan mijn bed kwam staan hoorde ik huilende baby’s en sirenes buiten. Maar zoveel… ik had last van hallucinaties. Ik zei tegen mijn man dat het niet goed met me ging en vroeg aan de verpleegster of ze die baby van mijn kamer kon afhalen. Lichamelijk ging het ook steeds slechter. De pijn in mijn buik en rechter zijde werd steeds erger. Tussen het kraamgeluk en bezoek door hebben ze mijn bloedwaarde in de gaten gehouden en die bleek te zakken. Hoe kon dat nou? Het werd opgemerkt door de zaalarts, maar niets mee gedaan.

Een week na de bevalling lag in nog in het ziekenhuis. Mijn bloedwaarde werd nog steeds lager en ik voelde mij helemaal niet goed. Toen ik mijn bed in de zitstand moest doen omdat dit bij het protocol hoorde gilde ik het uit van de pijn. Die zondagavond begon ik te zweten en mijn hart klopte onregelmatig. Toen de zuster mijn hartritme op de speakers zetten schrokken we beide. Het hart klopte heel snel en af en toe stopte de hartslag. Ze belde met spoed naar de dienstdoende arts. Die kwam binnen een half uur naar de afdeling. Mijn dochter lag al een tijdje op een aparte kamer.

Ik ga je opereren zei hij en weet niet wat ik ga aantreffen. Daarna moest ik mijn man bellen en er werd nog een hart en longfilm gemaakt. Het moest snel want ik voelde mij helemaal niet goed. Met spoed ben ik geopereerd. Tijdens de operatie hebben ze na lang zoeken het lek gevonden. Ze troffen in mijn ruggedeelte, achter het buikslijnvlies, een bloedstolsel van 2,5 liter aan. Er zat een bloeding in een brei van bloedvaten bij de aorta. Daar zat een lek, maar waar?

‘Ik heb er een vloeistof op gedaan en een kruisje voor je geslagen en gelukkig hield het bloeden op. Aldus de chirurg.’

Dit is op het nippertje goed gegaan zei de chirurg. Maar de ellende was nog niet voorbij. Mijn darmen deden het niet meer, door de morfine en de twee operaties. Ik kwam in een psychose terecht, een andere wereld. Ik zag mijn schoonvader, die is overleden, aan mijn bed staan en hij lachte omdat ik niets meer kon doen. Zo zou hij zich ook hebben gevoeld op zijn eigen sterfbed. Ik was even in een hele andere wereld en de dagen gingen voorbij.

In kritieke toestand werd ik alsnog opgenomen op de Intensive Care. Het ging weer steeds slechter met mij. Mijn kaliumgehalte was schrikbarend laag en ik had te weinig zuurstof in mijn bloed, door een fikse longontsteking. Ik kon bijna niet meer ademhalen. Ook hield mijn lichaam overal vocht vast, door de shocktoestand waarin ik verkeerde. Zelf in mijn organen zat vocht, mijn hart en nieren. Kritieke toestand dus. En mijn aderen waren niet meer aan te prikken. Dat was ook gevaarlijk. Op de IC hielden ze mij goed in de gaten dag en nacht. Tussen de kritieke toestanden door hoorde ik weer sirenes af en aan rijden en de huilende baby’s op de gang.

Goed ik heb het overleefd, maar hoe. Na weer een aantal dagen knapte ik op, maar vroeg dringend naar een psychiater. Het ging niet goed met mij in mijn hoofd. Ik hoorde veel dingen die er niet waren. De psychiater schreef mij haldol voor en zei verder niets. Er werd niet gesproken over een postpartum psychose of kraambedpsychose. Twee dagen werd ik met medicatie voorzien en toen was het weer afgerond. Ik zei boos dat ik meer hulp nodig had, ook als ik naar huis zou gaan. Maar ze zei daar niks op.

Laat maar dacht ik toen, ik zoek zelf wel iemand. Na een week in het ziekenhuis te hebben gelegen werd ik naar huis gestuurd met een baby en een peuter van drie en een werkende man. Ik kon mijzelf niet redden en had nog precies drie dagen kraamhulp in huis. Lichamelijk was ik nog een wrak en psychisch had ik veel te lijden gehad. Ik hallucineerde niet meer de hele dag, maar was nog zeker niet weer in orde. Ik had een kraambedpsychose, maar niemand hielp mij. Ook mijn huisarts wist er geen raad mee.

Daar zat ik dan… onbegrepen.